Stamboom bij Geneanet

door | 1 maart 2023

Ik heb op de website van Geneanet de stamboomgegevens van de familie Serné(e) geplaatst. Daarnaast staat op deze website ook de kwartierstaat van mijn kinderen. De stamboom gegevens bevatten zo volledig mogelijk, alle nakomelingen met de achternaam Serné, Sernee of Serne van Mattheus Abrahamsz en Martijnte Adriensz.

In principe worden geen gegevens van nog levende familieleden gepubliceerd.

Leon Serné voor de Engelse rechter (1883)

door | 18 februari 2023

Op 19 november 1883 staat Leon Serné voor het eerst voor een Engelse rechter. Hij wordt beschuldigd van het onrechtmatig verkrijgen, onder valse voorwendselen van James Philips en Charles Graves, van 10 pond en 5 pond, met de bedoeling te frauderen.

Leon had vanuit Nederland, per schip, een kist bloembollen besteld. Hij kon de kist niet direct bij aankomst ophalen want de kist was zoek. Leon diende een schadeclaim in bij de vervoerder, James Philips en Charles Graves, van 15 pond. Deze 15 pond werden betaald. De kist werd echter gevonden. De schadeclaim werd daarna niet terug betaald.

De verklaring van Leon Serné.
"Een paar dagen voordat de kist hier aankwam, ontving ik een brief van Philips en Graves, met als bijlage de vrachtbrief van een kist (bloem)bollen. Ik nam Ronckemmer (tolk) mee naar de douane. Ik ging vandaar naar de S.S. "Holland" om te zoeken naar de kist, en daar kreeg ik het antwoord dat mijn kist niet gevonden kon worden, dat die zeer waarschijnlijk al aan wal was afgeleverd. Philips en Graves veranderen dit en ze vertelden me dat de kist naar een kade was gegaan en dat ik hem de volgende dag zou hebben. De volgende dag ging ik naar Philips en Graves, maar de kist was nergens te vinden. Toen ik thuiskwam, had ik een brief dat mijn koffer met de passagiers aan land was gekomen bij Blackwall, en toen ging ik naar de plaats waar ik de brief vandaan had om de kist te halen. Ik nam de koffer mee met Ronckemmer. Ik nam de koffer in aanwezigheid van vier getuigen, en in plaats van dat er bloembollen in zaten ter waarde van 20 pond, hadden ze een waarde van minder dan 10 pond. Daarna ging ik naar het kantoor van Philips en Gravers om de zaak te claimen. Ik heb de claim niet ingediend voor het verlies van de kist, maar voor het verlies van de bloembollen. Ik kan getuigen meebrengen. Ik heb de claim ondertekend om het geld te ontvangen, maar ik wist niet wat er was opgeschreven." 1

Leon sprak zeer gebrekkig Engels blijkt uit de rechtbankverslagen. Hij had een tolk bij zich. Dit was meneer Ronckemmer.

Leon wordt veroordeeld tot achttien maanden dwangarbeid.

De arrestatie van Leon Serné haalde de Nieuwe Haarlemsche Courant, 11 november 1883, pagina 2

 

1. Old Bailey Proceedings Online_ (www.oldbaileyonline.org, version 8.0, 18 February 2023), November 1883, trial of LEO SERNE (34) (t18831119-36).

Leon Serné voor de Engelse rechter (1887)

door | 18 februari 2023

13, 14 en 15 december 1887 komt Leon Serné voor de tweede keer voor de Engelse rechters te staan. Ditmaal is de zaak veel ernstiger. In de nacht van zaterdag 17 op zondag 18 september 1887 brak er brand uit in het huis van Leon Serné en zijn gezin. Ze woonden op het adres 274 Strand te Londen. Tevens sliep er een bediende in het huis. Hij heette Harry Goldfinch. Bij deze brand kwamen de twee zoons van Leon en Anna om het leven, Isaac van 14 en Leo van 11 jaar oud. Leon werd verdacht van brandstichting en van moord met voorbedachten rade op zijn twee kinderen.

De Engelse rechter hebben deze twee onderwerpen apart behandeld. Eerst behandelde de rechter de moord met voorbedachten rade op zijn twee kinderen. Deze rechtszaak was op 13, 14 en 15 december 1887. Hiervan werden Leon Serné en zijn bediende Harry Goldfinch vrijgesproken. 1

Op 19, 20 en 21 januari 1888 werd het tweede deel van de rechtszaak behandeld. De beschuldiging was het op misdadige wijze in brand steken van het woonhuis van de genoemde Leon Serné, terwijl zich daarin personen bevonden. Ook hier werd Goldfinch vrijgesproken. Leon Serné werd veroordeeld voor 20 jaar dwangarbeid. 2

Leon Serné moest tot 8 januari 1908 in de Dartmoor gevangenis vast zitten. Hij werd echter op 25 februari 1903 al uit de gevangenis ontslagen.

Regina versus Serné
Naar deze rechtszaak van Leon Serné wordt nog geregeld refereerd als de zaak Regina versus Serné (16 Cox Crim. Cas. 311 (1887)): Deze zaak introduceert de basisdoctrine van de misdrijf-moordregel, die in wezen zegt dat als de dader tijdens het plegen van een misdrijf een actie onderneemt waarvan bekend is dat deze gevaarlijk is (d.w.z. een winkel berooft met een pistool) en iemand sterft omdat van die actie (d.w.z. een hartaanval krijgt door het zien van het pistool), kan de dader schuldig zijn aan moord, ook al was het niet zijn bedoeling dat iemand gewond zou raken.

Zie ook dit filmpje op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=efsR4FS7HzU

 

1. Old Bailey Proceedings Online_ (www.oldbaileyonline.org, version 8.0, 18 February 2023), December 1887, trial of LEON SERNE(38) JOHN HENRY GOLDFINCH(30) (t18871212-114).

2. Old Bailey Proceedings Online_ (www.oldbaileyonline.org, version 8.0, 18 February 2023), January 1888, trial of LEON SERNÉ (38) JOHN HENRY GOLDFINCH (30) (t18880109-224).

Lakzegel Mattheus Serné (1766)

door | 9 februari 2023

Mattheus Serné klaagde bij de Zweedse overheid dat de Overvloedsverordening (van 1766), die net was uitgevaardigd, ertoe had geleid, dat ze niet overwogen het brede zijdelint of de Danziger kant, zoals ze werden genoemd, van hem te kopen. Hij voegde enkele voorbeelden van zijn fabricage bij zijn petitie en de Riksdag verleende hem een vrijstelling.

De voorbeelden en de brief (petitie) worden nog steeds bewaard in het Zweedse rijksarchief. Na enig speurwerk heb ik een kleuren afbeelding van deze petitie. In het bijzonder van de lakzegel met zijn initialen. (zie ook Lakzegel (2))

 

De Overvloedsverordening van 1766 was een historische Zweedse Overvloedsverordening, ingevoerd in 1766 en afgeschaft in 1771. Het was de meest uitgebreide Overvloedsverordening die in Zweden werd ingevoerd. Tussen 1720 en 1794 werden 58 Overvloedsverordeningen uitgevaardigd, de meest uitgebreide in 1720, 1731, 1766 en 1794, maar geen enkele was strenger dan de Overvloedsverordening van 1766. De wet verbood de invoer van koffie, chocolade, arak, punch, likeuren, geurwater en bepaalde wijnen volledig. Verder werd het gebruik van tabak voor personen onder de 21 jaar, zijden kant en aanhangwagens op dameskleding verboden. Koning Gustav III schafte alle Zweedse wetten van overvloed af, na zijn troonsbestijging in 1771, en er werden geen nieuwe ingevoerd tot de Overvloedsverordening van 1794.
Bron: Wikipedia

Lakzegel (2)

door | 1 januari 2023

Op 1 januari 2023 heb ik een e-mail naar het rijksarchief van Vadstena gestuurd. Ik heb aan hun gevraagd of ze een betere afbeelding hebben van de foto die in een tijdschrift uit 1935 staat vermeld. Het is een foto van een stukje zijdelint van Mattheus Serné met 2 lakzegels erop! Het gaat mij met name om deze zegels. Staat ons familiewapen hier op?

Update 9 februari 2023: lakzegel Mattheus Serné (1766)

zijdelint door Mattheus Serné (1766)

Bron: https://journals.lub.lu.se/rig/article/view/8691/7828 (vanaf pagina 94)

Lakzegel (1)

door | 24 december 2022

Vanaf 1762 voer Petter Claesson als kapitein van verschillende schepen naar Frankrijk, vooral de havens van Bordeaux en Marseille, Spanje, Engeland, verschillende mediterrane havens en zelfs tot aan Haïti in West-Indië. Voor een korte periode (1777–1780) verdiende hij de kost met het cultiveren van een boerderij die hij had gekocht in de thuisregio van zijn vader, Skåne in Zuid-Zweden. Al snel keerde de kapitein echter terug naar Turku, zette zijn carrière voort en voerde een levendige correspondentie met commerciële klanten en familieleden. De eerste brieven in het archief van Petter Claesson dateren uit 1762, toen hij voor het eerst als kapitein diende op een reis naar het buitenland, in een schip genaamd de Patentia, eigendom van zijn vader. De laatste brief dateert van april 1810. Kapitein Petter Claesson stierf op 6 augustus 1810. Het archief van Petter Claesson wordt bewaard in het Finse Nationaal Archief en is in digitaal formaat toegankelijk.

Pieter Julius Serné correspondeerde en handelde ook met deze Petter Claesson. Zie hiervoor ook zijn Zweedse brieven

De brieven van Pieter Julius werden door hem verzegeld. Dit was niet alleen om aan te geven wie de afzender was, maar ook om de brief dicht te plakken. Ik ga er van uit dat op deze zegels het familiewapen van Pieter Julius stond. Helaas is op de Zweedse brieven niet de voorkant van de lakzegels te zien. Ik hoop ooit een afbeelding van de voorkant van een zegel van Pieter Julius te vinden.

Lakzegel van Pieter Julius Serné (1780)

In dit geval zit de zegelwas tussen twee lagen papier. De brief was dichtgemaakt in de volgorde rechts onder midden, links onder midden, bovendeel naar achteren, onderste deel als een koker daaromheen, flap optillen, zegelwas eronder, dichtdrukken. Dit deel van de flap zie je onder uitgesneden om de brief te openen en dat uitgesneden deel zit nog op het zegel. Of er een duim of cachet is gebruikt is bij deze manier van verzegeling vaak niet meer te achterhalen.
Bron: Facebook, Heraldiek en Genealogie, Win Deler, 23-12-2022

Brief van Pieter Julius Serné aan Petter Claesson (9 september 1780)

 

Huis in de Boeresteeg (1719)

door | 21 november 2022

Hendrick Adriaens (Serné) is gedoopt op 5 januari 1676 in Haarlem. Zijn ouders waren Adriaen Mattheus en Belitje Hendriks. Hendrick was getrouwd met Jacoba Jacobs Verstegen (bij haar huwelijk jongedame van Amsterdam). Samen krijgen ze acht kinderen. Hendrick koopt in 1719 een huis in de Boeresteeg in Haarlem. Hij was toen 43 jaar oud.

NL-HlmNHA_3111_368_0090.jpg
Johannes Verscheepker draegt op aen Hendrik Serné een huijs met een erve staende en leggende inde Boeresteeg uijtkomende inde Gasthuijsstraat, belent ten oosten Pieter van Hagenhof, ten westen de gemeente van den Blok, aghterstrekkende aen met de lasten van twee hondert gulden die den vercoper daerop behout, welke voorzegde somme binnen den tijt van vier eerstkomende agtereenvolgende jaren niet sal mogen werden opgezegdt, maar door den Coper te allen tijden sal moeten worden afgelost Jaarlijcx met vijftig guldens en dat met de interest van dien tegoed vier % in 't jaar ingegaan op 1 maij 1729 en gedurende tot de eijndelijke betalige toe, minderende na advenant de aflossinge ook de interest (etc) anders alvij voorzegde alvorens.

Om de voorzegde lasten van ƒ 200
Actum den 16de augustij 1729

Enquêteformulier ingevuld door Adrianus Serné (1840)

door | 18 november 2022

Bron: Rijksmuseum te Amsterdam (Rijksprentenkabinet)

Enquêteformulier ingevuld door Adrianus Serné
Objectnummer: RP-D-2016-6-441
Op 28 april 1840 vulde Adrianus een formulier in voor de samenstelling van het werk De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der vijftiende eeuw tot heden, door J. Immerzeel jr. Hierin vermeld hij interessante zaken. Zijn leermeesters waren bijvoorbeeld C. Henning en H. Zwegman. Zwegman was een beroemd bloemschilder. Adrianus noemt zichzelf  direkteur van het Teekencollegie opgericht in november 1839 te Zwolle. Zijn leerling is G. Meijer. Verder vermeldt hij dat zijn zoon Samuel Hendrik bekwaam is in de muziek en tekenkunst.
Tot slot een letterlijk citaat:

Vroeger, van het jaar 1802-1830, de verlakkunst uitgeoefend en bijzonder bekend door de nabootsing, en eerste navolging van het echt O. Indisch en Japansch lakwerk te Haarlem.

Het ingevulde formulier resulteerde in het volgende stukje:

Opgenomen in: Immerzeel, J. Jr., De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van het begin der vijftiende eeuw tot heden, Amsterdam: J.C. van Kesteren, 1842-1843.

Jan Willem Serné (1888-1947)

door | 17 november 2022

Jan Willem werd geboren op 20 augustus 1888 in het huis aan de Teijlerstraat nr. 5 in Haarlem. Jan Willem is zeer waarschijnlijk vernoemd naar zijn oom, Jan Willem Lem. Dat was de broer van zijn moeder Catharina Maria Lem. Zijn oom was evenals zijn opa Willem Lem, getuige bij zijn geboorteaangifte op 22 augustus. Opa Willem Lem was toen 62 jaar oud en van beroep steenhouwer. Zijn oom Jan Willem was 26 jaar oud en timmerman van beroep. Jan Willem Serné is mijn overgrootvader.

Bij zijn geboorte had Jan Willem 4 oudere zussen en 2 oudere broers. Er waren voor zijn geboorte ook 2 broertjes geboren (die beiden Willem heetten), maar deze zijn nog voor Jan Willems geboorte overleden.

Jan (Willem) is het tweede kind links. De andere kinderen zijn zijn broers Karel, Henri en Jo. Rechts van hem staat zijn zus Dien. Foto is gemaakt rond 1900. Bron: privé collectie familie Serné, fotoboek Gesina Serné (1886-1962)

In 1905 overleed zijn moeder door een tragisch ongeluk. Hij was toen 17 jaar oud.

Op 10 oktober 1905 meldde Jan Willem zich vrijwillig aan bij het leger en werd hij dus op 17-jarige leeftijd huzaar. Zijn functie was ordonance-trompetter bij het 1e (en later het 4e) regiment Huzaren. Hij reed op een paard en moest vanwege zijn werk regelmatig van woonplaats veranderen. Men beweert dat hij het leger moest verlaten, nadat hij een trap van een paard had gekregen. Hij zou daarna met zijn gezondheid zijn gaan sukkelen.

Jan Willem Serné (1888-1947), beroep: ordonnans-trompetter bij de Huzaren

Bij zijn huwelijk met Aaltje de Jonge op 26 februari 1909 op Tholen, was naast zijn vader ook zijn broer Albertus getuige. Albertus vertrok niet veel later, op 7 mei 1910, met zijn gezin naar Amerika. In 1912 is zijn broer Albertus in Amerika (plotseling) overleden. Zijn andere broer, Willem was in 1907 al naar Amerika geëmigreerd.
Jan Willem en Aaltje hebben elkaar waarschijnlijk ergens in Amersfoort ontmoet. Jan Willem was daar toen in die plaats gelegerd en Aaltje was werkzaam als dienstbode bij een familie in Amersfoort. Twee maanden! na hun huwelijk werd hun zoon Albertus geboren.

Volgens de verhalen van familieleden die hem gekend hebben was Jan Willem een lange en strenge man. Het was ook een ¨moeilijke¨ man. Humeurig, chagerijnig en driftig. Er waren thuis vaak ruzies. Jan Willem had veel moeite te aanvaarden dat zijn oudste zoon Albertus gehandicapt was. Albertus was vanaf zijn geboorte licht spastisch.

 

Jan Willem Serné (1888-1947)

 

De hobbies van Jan Willem waren vissen, schoenen maken, schaken en lezen. Hij hield ook veel van muziek en had veel belangstelling voor zogenaamde ¨verboden¨ boeken. Dat waren boeken over de evolutietheorie, apocriefe boeken en oude schrijvers, zoals John Bunyan. Ondanks zijn nieuwsgierigheid naar al deze zaken, was en bleef het een orthodoxe man, met rechtlijnige, ouderwetse ideeën en meningen.

Jan Willem was ook gek op dieren. Hij heeft een herdershond gehad, die heel goed naar hem luisterde.

Na zijn carrière in het leger heeft Jan Willem Serné van 1913 tot 1915 gewerkt bij de gemeente Amsterdam als politieagent. Daarna heeft hij van 1917 tot aan zijn persioen in 1935 als tramwagen bestuurder gewerkt bij de gemeente Amsterdam.

Jan Willem Serné (1888-1947), in zijn uniform als trambestuurder